top of page

Het nieuwe sociaal

Wie in armoede leeft, leeft in een permanente stress-situatie. Dag in dag uit is overleven een voltijdse bezigheid: hoe betaal ik de huur, de rekeningen, de school van de kinderen… 

Tijd, aandacht, laat staan geld voor eigen gezondheid en welzijn is er eenvoudig niet, met alle nefaste gevolgen van dien zodat men dreigt in een vicieuze cirkel terecht te komen.

 

Wie ziek is of zich ontfermt over een ziek familielid heeft geen oog en vaak ook geen tijd voor het invullen van formulier x of papier y teneinde recht te hebben op een tegemoetkoming. Tegemoetkoming die daarenboven vaak nog te weinig is om alle kosten te dekken, maar op zo’n momenten in elk geval beter zijn dan niets. Veelal zijn de rechten dan ook reeds verstreken op het moment dat je de aanvraag doet. Of er moet eerst een wachttijd doorlopen worden, alsof de ziekte ook 6 maand voordien aanklopte vooraleer toe te slaan…

Wie een werkloosheidsuitkering geniet, is onvrijwillig werkloos. In het huidige systeem heb je immers geen recht op uitkering indien je hier zelf voor zou kiezen. Schuld-inductie naar zij die een werkloosheidsuitkering genieten, is dus niet alleen onjuist, het zorgt er bovendien voor dat mensen die werkloos zijn en niet snel terug werk vinden zich nog slechter in hun vel voelen en dit werkt net contra-productief.

Met de vinger wijzen naar zij die in armoede leven, een duurtijd bepalen voor ziek-zijn en een werkloosheidsuitkering koppelen aan schuld en duurtijd vertrekt vanuit een economische gedachte: elke mens moet productief zijn, zoniet is hij/zij waardeloos minstens minder waardevol.

Ik begrijp deze gedachtegang niet om de eenvoudige reden dat een mensenleven niet gestoeld is op economische wetten maar op mens-zijn, waarbij tegenslag helaas onderdeel kan zijn van het leven.

Zorgen voor zij die tegenslag kennen, heeft niets te maken met ‘hangmatten’, ‘profiteren’, ‘geld opstrijken zonder iets te doen’, ‘wij maar betalen en zij niets doen’… maar met een maatschappij die ervoor zorgt dat niemand uit de boot valt en iedereen mee kan.

Ook zij die minder geluk in het leven hebben.

Wetten die dienen om zij die het moeilijk hebben erboven op te helpen, maak je daarom toegankelijk en de achterpoortjes die sluit je om zo misbruik onmogelijk te maken. Niet andersom.

Maar ook de omgeving en de context is belangrijk.

Wie arm is, ziek of werkloos hoort ook niet uitgesloten te zijn. Het niet-uitsluiten zorgt zo voor extra ‘voeding’ of het nodige ‘duwtje in de rug’ om (opnieuw) vooruit te komen. 

Net zoals ook gezonde voeding een basisrecht hoort te zijn, en dus betaalbaar. In een wereld van voedseloverschotten is het onaanvaardbaar dat gezonde voeding vaak duurder is dan ongezonde voeding. 

bottom of page